Het was voor NMv-voorzitter Frederique van Zomeren dan ook de belangrijkste vraag waarmee ze naar de nieuwjaarsbijeenkomst was gekomen, zo vertelde ze aan de zaal. “Hoe kunnen wij als bestuur een duidelijke positie innemen als er binnen de beroepsgroep zoveel verschillende meningen zijn? Hoe brengen we die uitersten bij elkaar?” Want het is natuurlijk de vraag of de diverse keurmerken en registers die al bestaan of in oprichting zijn de beroepsgroep versterken of juist voor onnodige versplintering zorgen. Voor Van Zomeren is het in ieder geval van belang dat mediators aanspreekbaar zijn op hun professionaliteit. “Bijvoorbeeld via klacht- en tuchtrecht”, zo gaf ze aan.
Geen doel, maar een middel
Om enige helderheid over de situatie van dit moment te verschaffen, waren er keynotes van Jan van Zwieten (MfN) en Robert Tettelaar (ADR). Van Zwieten bepleitte onder meer het belang van herkenbaarheid en het hebben van één gezicht in de markt. Hij benadrukte dat moet worden voorkomen dat er uiteindelijk een register vanuit de overheid wordt opgelegd. “Zorg ervoor dat mediators het register in handen blijven houden, dat het echt van en voor mediators is”, zo hield hij de zaal voor. Tettelaar gaf aan dat certificering geen doel op zich moet zijn, maar vooral een middel. Bijvoorbeeld om tot verregaande samenwerking te komen met partijen als de VNG. “Kijk of zij een mediationclausule bij aanbestedingen kunnen opnemen. Zo zet je jezelf als beroepsgroep in de markt”, zei Tettelaar.
Tijdens de paneldiscussie schoven naast Van Zomeren ook Manon Schonewille (ACB en IMI) en Nico Wiggers aan. Wiggers is bezig met de oprichting van een onafhankelijk register: de Onafhankelijkemediators.nl. Hij wil dat er meer aandacht komt voor de in zijn ogen onwenselijke dubbelrol van advocaten die ook als mediator werken. Van Zomeren liet weten het daar niet mee eens te zijn. “Kennelijk zijn er vanuit verschillende beroepen mensen die ook het vak van mediator willen beoefenen. Waarom gaan we niet gewoon met die mensen in gesprek in plaats van ze bij voorbaat uit te sluiten? Het is krachtiger om te kijken naar wat ons verbindt”. Schonewille vertelde op haar beurt over de geluiden die ze vanuit de markt opvangt. “Zakelijke afnemers, zowel advocaten als bedrijven, willen een professionele beroepsmediator. Ze willen zekerheid over kwaliteit, maar zien soms door de bomen het bos niet meer”, zo stelde ze.
Het gaat om profilering
Aansluitend op de paneldiscussie waren er veel vragen vanuit de zaal. Diverse mediators die het woord namen, benadrukten het belang van één duidelijk aanspreekpunt namens de beroepsgroep. “Je moet als mediators één duidelijke stem hebben, bijvoorbeeld richting de overheid. Dan sta je een stuk sterker.” Ook lieten mediators weten het niet per se erg te vinden als er meerdere registers en keurmerken zijn. “Als het maar onderscheidend is.” Tot een brede consensus over de certificering kwamen de NMv-leden uiteindelijk niet, maar door het gesprek aan te gaan werd er wel een stap gezet.
Een aantal mediators benadrukten ten slotte dat de discussie wat hen betreft niet zo zeer over certificering moet gaan, maar bovenal over profilering. “Natuurlijk moeten we een register hebben, maar wat ik vooral wil van een organisatie waarvan ik lid ben is dat ze zorgen dat mijn beroepsgroep op de kaart komt te staan. Als het percentage van zaken dat via mediation wordt opgelost iets omhooggaat, dan komen we allemaal om van het werk”, zo klonk het onder meer. Van Zomeren liet namens het bestuur weten deze oproep ter harte te nemen. “Mijn conclusie van deze middag is dat profilering van het vak voorop staat. En dat de vraag hoe het aantal registers al dan niet wordt uitgebreid of ingevuld, daar eigenlijk ondergeschikt aan is.”