Tweede Kamer vragen over WODC rapport 'bestuursorganen in hoger beroep'

vragen belastingdiens.jpg

Recentelijk zijn door het Tweede Kamerlid Idsinga (VVD) vragen gesteld over het WODC rapport 'bestuursorganen in hoger beroep'. De Staatssecretaris van Rij van Financien heeft deze op 8 februari jl. beantwoord en aan de Kamer gezonden. In het Kamerstuk valt o.a. het volgende te lezen:

Vraag 
Kunt u uitgebreid reflecteren op de vraag in welke mate thans tussen Belastingdienst en belastingplichtige in een fiscaal geschil gekozen wordt voor «fiscale mediation» als alternatief voor (of in aanvulling op) een gang naar de belastingrechter? Wat zijn de ervaringen hiermee? Hoeveel zaken zijn er de afgelopen vijf jaren op deze wijze beslecht? In hoeverre zal mediation nu en in de toekomst een (grotere) rol gaan spelen in het beslechten van fiscale geschillen? Welke conflicten lenen zich goed voor mediation en welke minder goed?

Antwoord
Graag maak ik een onderscheid tussen inhoudelijke fiscale geschillen en conflicten. Bij conflicten gaat het niet (meer) zo zeer om de fiscale inhoud als het (vermeende) gedrag van één of beide partijen. Op alternatieven voor de beslechting van inhoudelijke fiscale geschillen ga ik in bij het antwoord op de volgende vraag. In het antwoord op deze vraag beperk ik mij tot conflicten. Conflicten kosten tijd, bemoeilijken de communicatie en verstoren de relatie. Mediation wordt al sinds 2006 aangeboden als mogelijkheid om tot een oplossing te komen. Als de belanghebbende hier gebruik van wil maken is het uitgangpunt dat de Belastingdienst daaraan meewerkt. Mediation is een vorm van (gespreks)begeleiding. De mediator kiest geen partij en geeft geen oordeel, maar begeleidt de deelnemers aan de mediation naar het zoeken van een oplossing voor het conflict. Daarmee is mediation niet per se een alternatief voor de gang naar de belastingrechter. Dit laat uiteraard onverlet dat gedurende de mediation ook het inhoudelijke fiscale geschil beslecht kan worden. De ervaringen van de Belastingdienst met mediation zijn positief. Het aantal zaken dat de afgelopen vijf jaren via mediation is afgehandeld, is:

Jaar Aantallen mediation
2022 8
2021 11
2020 7
2019 21
2018 12


Gelet op de specifiekere situaties waarvoor mediation geschikt is, verwacht ik niet dat de aantallen in de toekomst aanzienlijk zullen toenemen. Het beleid van de Belastingdienst blijft er desalniettemin op gericht mediation te stimuleren, waarbij de positie van de rechtzoekende als uitgangspunt wordt genomen. Om mediation ten behoeve van fiscale behandeling verder te professionaliseren worden kennis en expertise over conflictbegeleiding en mediation verder uitgebreid binnen de Belastingdienst, onder andere door de ontwikkeling van een training voor medewerkers. Dit past ook bij de Belastingdienstbrede aandacht voor processuele rechtvaardigheid, als onderdeel van de menselijke maat.

Aan het voorgaande voeg ik nog toe dat de Belastingdienst conflictdeskundi-gen inzet om de inspecteur te kunnen helpen om een conflict te voorkomen of op te lossen. Voor buitengewoon sterk oplopende conflicten heeft de Belastingdienst verder een gespecialiseerd team (Escala). Dit team richt zich op het de-escaleren of beheersbaar maken van conflicten zodat er ruimte ontstaat om de onderliggende fiscale geschilpunten op te lossen. Daarnaast wil ik erop wijzen dat de belanghebbende te allen tijde de mogelijkheid heeft om een klacht in te dienen over de wijze waarop de inspecteur zich heeft gedragen (hoofdstuk 9 Awb). De klacht kan worden ingediend bij de Belastingdienst of bij de Nationale ombudsman. Als de belanghebbende een klacht indient bij de Belastingdienst wordt de klacht behandeld door één van de speciale klachtenteams.

-----

Vraag 
In het verlengde van de voorgaande vraag, kunt u aangeven of er wellicht andere vormen van geschilbeslechting zijn voor bepaalde fiscale geschillen tussen Belastingdienst en belastingplichtigen? Kan bijvoorbeeld gedacht worden aan arbitrage naar Portugees voorbeeld? Zo niet, kunt u uitgebreid aangeven waarom dit niet zou kunnen?

Antwoord
Bij de beantwoording van de vraag maak ik een onderscheid tussen geschillen over de feiten en geschillen over de toepassing van het recht. Bij de vaststelling van de feiten heeft de inspecteur in beginsel een grote beleidsruimte om in onderling overleg met de belanghebbende tot een overeenkomst te komen. Daarbij kunnen, afhankelijk van de omstandigheden van het geval, ook externe deskundigen een rol spelen. Voor mogelijke feitelijke geschillen die vaker voorkomen, zoals waarderingskwesties, heeft de Belastingdienst ook zelf deskundigen in huis. Ik heb geen signalen dat de bestaande praktijk ontoereikend zou zijn, waardoor andere vormen van geschilbeslechting of -oplossing overwogen zouden moeten worden. Op dit moment wordt onderzoek gedaan naar de vormgeving van laagdrempelige onafhankelijke fiscale rechtshulp (LOFR). Momenteel worden gesprekken gevoerd met belanghebbende uit het veld, mogelijk komen daar relevante signalen naar boven. Bij geschillen over de toepassing van het recht is de beleidsruimte van de inspecteur veel beperkter, met name als de wet die ruimte niet aan de inspecteur toekent. Om het standpunt van de inspecteur over de toepassing van het recht te vernemen, kan de belanghebbende verzoeken om voorover-leg. Vooroverleg kan daarmee bijdragen tot het voorkomen van fiscale geschillen, zeker in die gevallen waarin het om een nog te verrichten rechtshandeling gaat. Als de belanghebbende en de Belastingdienst van mening blijven verschillen, is en blijft de fiscale rechter een onmisbare instantie. Voor zover ik begrijp is in Portugal arbitrage ingevoerd als alternatief voor de eerste feitelijke beroepsinstantie, vooral ingegeven door de lokale context in Portugal.